Mij en mijn theologie door de ander laten storen

Webteam

Misschien kent u de tv programma’s ‘Diep’ (EO) en ‘Leven voor de dood’ (BNNVARA). In het eerste programma staat een bekende Nederlander centraal met zijn of haar levensvraag. Met deze levensvraag gaat hij of zij een nacht lang aan de slag door in gesprek te gaan met een ‘wijze’. Bijvoorbeeld een theoloog, psychotherapeut, yoga-docent of een ander (para)medische zorg professional. In het andere programma volgt de presentator jongeren en ouderen die het leven niet meer zien zitten, depressief zijn en/of er voor kiezen om een einde aan hun leven te maken.

Beide programma’s deden mij denken aan mijn werkzame tijd in het ziekenhuis, maar ook aan de thematiek die ik mijn huidig werk tegenkom.

Hoewel de lineaire tijd in het ziekenhuis om echt in gesprek te komen vaak kort was, had ik toch heel vaak existentiële gesprekken. Ergens ook logisch omdat een omgeving als het ziekenhuis en de gesprekken er omheen met behandelaars, je uitnodigen om eerlijk te zijn over je gedachten en gevoelens… Als het leventje namelijk zijn gangetje gaat (iets om dankbaar voor te zijn enerzijds), dan is er bij ons in zijn algemeenheid niet zo’n behoefte aan een gesprek over de (on)zin van ons leven. Ik hoop trouwens dat u als gemeentelid of u die dit leest daar wel toe wil komen, als u in gesprek komt met de pastores van onze gemeente! In de kerk hoeven wij ons namelijk niet anders voor te doen dan we zijn.

De kwetsbare mens

Ik houd van dit soort programma’s, omdat ik nieuwsgierig ben naar wat de mens van vandaag bezighoud. Dat wat ik in het ziekenhuis trof aan soorten mensen is wat ‘breder’ dan wat ik nu ontmoet. Hoe komt het eigenlijk dat ik als pastor toch veelal de gemiddelde Nederlander ontmoet? Waar is die hondstrouwe Feyenoord fan, de ‘Martien Meiland’ of ‘Monica Geuze’ van Gorinchem in onze kerk?

Er is nog een reden waarom ik van bovenstaande thematiek houd. Het behoed mij voor hoogmoed, ijdelheid en ook gearriveerdheid in mijn theologie. Wat bedoel ik hiermee?

In het ziekenhuis, maar ook nu, ontmoet ik heel vaak gekwetste mensen… En dan bedoel ik mensen met verlies en verdriet, maar ik bedoel vooral mensen met psychische en psychiatrische problemen. Ik moet dan bijvoorbeeld denken aan die vrouw die binnen 2 weken tijd 3x opgenomen was op de interne afdeling, omdat ze dronken in haar flat was gevonden. Ik mocht met haar in gesprek komen en de reden vernemen waarom ze dronk: ze had een dochter verloren en haar zoon wilde niets meer van haar weten. Het leven was tè zwaar geworden.

Zo’n contact, maar ook de contacten met gemeenteleden met psychische problematiek, bepalen mij bij het feit dat (geestelijke)gezondheid geen verdienste is (dit bedoel ik met ijdelheid), maar een zegen. Er zijn dingen in het leven waar je geen vat op hebt… Ze gebeuren………Het is bijzonder voor mij als deze mensen besluiten een beroep te doen op mijn empathie en luistervermogen.

Psyche

Desbetreffende programma’s deden mij ook denken aan een conflict wat wij als vakgroep geestelijk verzorgers hadden met onze collega psychologen. Wij wilden graag samenwerken, maar dat vonden zij niet nodig. Wij waren immers met hele verschillende dingen bezig.

Daar dacht uw kerkelijk werker toen heel anders over. Allereerst is het heel belangrijk om te onderkennen dat wij, ondanks het afronden van vakken op de universiteit als geloof en psychiatrie of pastorale psychologie, geen psychologen zijn. Als ik bij een gemeentelid op bezoek kom, die te maken heeft met depressiviteit… Dan moet ik niet de intentie hebben om de depressie te behandelen… Het is een zegen en verstandig als we gebruik (kunnen) maken van psychologen en psychiaters. Tegelijkertijd moeten we echter niet vergeten ons leven te plaatsen in het licht van het Evangelie.

Zowel psycholoog als pastor houden zich bezig met de psyche van de mens. Het verschil is alleen dat een psycholoog een behandeling geeft en een pastor oploopt als Jezus met de Emmausgangers… Laat het één het ander aanvullen!

Storend

Ohja. In gesprek met deze mensen werd ik ook altijd weer gewaar dat ik zelf ook wel het een en ander aan symptomen met mij meedraag. Ergens ben ik ook een beetje autistisch denk ik. Melancholisch kan ik ook zijn (gezien mijn muzieksmaak) en mijn gedrevenheid heeft ook een keerzijde denk ik.

Zou het onderkennen van onze feilbaarheid en onze geestelijke ongezondheid er niet toe leiden dat we voorzichtiger zijn met (uitspraken over) mensen die het leven zwaar of tè zwaar vinden?! Laten we meer biechten naar God en elkaar…

Leven voor de dood is de titel van dat televisieprogramma. Durft u zich te laten raken door de kwetsbare situatie van de ander? En op welke wijze kan u dat iets leren over wie God is en wie u zelf bent?

Hartelijk groet,

Theotimus

Kerkelijk werker, wijkgemeente grote Kerk

Reageren? Graag! [email protected]